Op de foto: de familie von Ende op de MS Sibajak. Bron: privécollectie familie von Ende
Tekst geschreven door Henk de Vries op basis van gesprekken met de familie Von Ende.
Op 27 mei 1959 vaart het MS Sibajak de Rotterdamse haven binnen. Onder de 414 passagiers bevindt zich het gezin Von Ende: Karel, Marie en zes kinderen. Terwijl ze met hun koffers op de kade staan, wordt er gevraagd waar ze naartoe willen. Karel antwoordt: ‘Het liefst naar het zuiden want daar woont familie, maar Utrecht is ook goed, dat ligt mooi centraal’. Ze worden naar een bus gedirigeerd. Na uren rijden komen ze aan in een stad. Op het bord staat ‘Leeuwarden’. De bus stopt aan de Lange Marktstraat.
In Leeuwarden en Sneek exploiteert Chris Goes met zijn zoons Chris jr. en Joop enkele pensions. De pensioneigenaar nam al vanaf 1952 Indische immigranten op. Dit gebeurde meestal via bemiddeling van de Dienst Maatschappelijk Zorg (DMZ).
Na aankomst in Leeuwarden, mag de familie Von Ende haar intrek nemen in pension Formosa. De buurt is erg levendig en er zijn diverse hotels en cafés gevestigd. Dit heeft te maken met de grote veemarkt die vrijdags op het plein voor de panden gehouden wordt. Op die dag komen ook de boeren en veehandelaren de omzet van Goes verhogen want een handeltje gaat altijd gepaard met een borrel. Hoewel er van rijkswege voor de verzorging een lage vergoeding per dag geldt, legt de komst van vele honderden ‘nieuwe klanten’ de familie Goes geen windeieren.
‘Die familie Von Ende is best wel een nette familie’, moet Goes gedacht hebben, want na enkele weken biedt hij hen ruimte aan in zijn privéwoning aan de Westersingel.
Op de bovenverdieping krijgen ze twee kamers. Op dat adres worden ze na enkele weken verenigd met hun oudste zoon Jan. Hij was al in 1958 vanuit Java naar Nederland vertrokken. Via omzwervingen in Wassenaar en Amsterdam kwam hij in Leeuwarden terecht. Jan praat ze bij over zijn ervaringen. Hij toont ook belangstelling voor muziek en leert in het pension gitaarspelen. Het eerste nummer dat hij speelt is Yellow Bird.
In Leeuwarden wordt op 7 september Otto geboren. Een geluk voor het gezin dat hij gratis de overtocht op de Sibajak maakte. ‘Gelukkig’, want het was wel even schrikken voor de familie toen al binnen vier weken na aankomst in het nieuwe land hen de rekening van de bootreis werd gepresenteerd: f 6.968,- Een astronomisch bedrag voor die tijd.
Eind 1959 krijgt de familie zelfstandige huisvesting toegewezen in de Tjalkstraat. De onafhankelijkheid is een uitkomst en eindelijk kan Marie nu alle koffers uitpakken. Ze ontfermt zich over haar ‘tjobek’ en korte tijd later vult de flatwoning zich met de heerlijke geuren van Indische gerechten.
De komst van de laatste migrantenfamilies in de zomer van 1959 luidde tevens het einde van het tijdperk in van de opvang voor de familie Goes. De activiteiten werden daardoor herschikt. Enkele panden werden verhuurd en afgestoten. De naam van pension ‘De Adelaar’ werd omgedoopt in ‘Hotel de vier leeuwen’, afgeleid van de vier leeuwenkoppen in de gevel. De migranten die nog in 1962 en 1963 kwamen door de Nieuw Guineacrisis werden alleen nog opgevangen in pension Friso in Leeuwarden.
De verplaatsing van de veemarkt en de bouw van kantoren aan de Lange Marktstraat leidde vervolgens tot het einde van de hotelactiviteiten van de zonen Chris (jr.) en Joop. Vader Chris (sr.) was inmiddels uit het bedrijf getreden en verhuisd naar Den Helder. Op de nieuwe locatie van de veemarkt ging Joop Goes een café exploiteren. Chris overleed in 1976 al op 53-jarige leeftijd. Zijn echtgenote bleef nog tot ongeveer 1990 aan de Westersingel 36 wonen. Incidenteel was daar na het vertrek van de familie Von Ende in 1959 nog wel eens een kamer verhuurd.