De Waard

Op de foto: vlnr Huub, Tony, Christine, Jan, Bonita en John Simon op het balkon van hun eerste eigen woning in Groningen. Bron: Tony Simon

Foto's uit de privécollectie familie Simon

Het verhaal van de familie Simon

Geschreven door Tony Simon

In 1958 vertrok de familie Simon met vier kinderen (Huub, John, Tony en Bonita) van Java naar Amsterdam. Vader Jan Simon werkte in voormalig Nederlands-Indië voor de Nederlandse overheid, en werd in 1958 beschoten door beide benen. Hierop besloten vader en moeder met het gezin te vluchten naar Nederland, waar Jan Simon behandeld kon worden in een universitair hospitaal. De overtocht vond plaats op ms. De Oranje en duurde een aantal weken. 

De aankomst in de vroege ochtend in maart 1958 in IJmuiden ging gepaard met gemengde gevoelens. Ze hadden geen idee hoe lang het nog ging duren voordat ze in Amsterdam aan zouden komen. De jongste kinderen van het gezin beseften niet helemaal wat er stond te gebeuren. Ze hadden een (plezierige) lange reis achter de rug en stonden niet stil bij wat hun te wachten stond. Het was maart en koud. Natte sneeuw en regen wisselden elkaar af. De kinderen hadden een trainingspakje en rubberen regenlaarsjes gekregen van het Rode Kruis, maar dat bleek niet bestand om de kou van het lijf te houden.  

Bonita: “Er stonden familieleden ons op te wachten. Iemand zei tegen mij: kijk dat is opa. Geef opa maar een kus. En ik dacht: wat, moet ik die vreemde man een kus geven? Maar ik werd al opgetild…”

Huub: “Wat me wel trof was het grote verdriet van mijn vader en moeder toen ze hoorden dat we naar Groningen moesten. Ze hadden gehoopt dicht bij familie in Utrecht of omgeving te komen.”

Dagelijks leven in het pension

Pension de Waard stond in één van de belangrijke winkelstraten van Groningen boven een gerenommeerde kledingzaak. Een ijzeren hek sloot de steile donkere trap af van het trottoir waar de bus stil hield. Alles was kleurloos en geurloos. Niets rook er naar de natuur of de warmte van Bandoeng.  

In het pension werd de gehele familie Simon op één kamer geplaatst, met uitzicht op de Brugstaat. Op de etage waar ze kwamen te wonen waren nog 4 gezinnen, op de etage daarboven woonden nog 3 gezinnen. 

Het leven in het pension was wennen voor de familie Simon. De badkamer en wc moestten gedeeld worden met alle personen die in het pension woonden. In de wc was voldoende papier, maar geen 'botol tjebok'. En in tegenstelling tot in Indonesië, waar ze elke dag konden mandiën, mochten ze maar eens in de week douchen, op woensdag. Ze mochten niet elke dag andere kleren aan, maar moesten de hele week dezelfde kleren dragen. 

De familie Simon vond het eten in het pension maar matig, en heel Nederlands. Achteraf bleek dat de pensionbeheerder daar enorm op bezuinigen, ondanks de vergoeding die ze kregen vanuit de overheid. Eens werd er geprobeerd om een Indische maaltijd te serveren, maar dit mondde uit in het zelf koken van de maaltijd door de vrouwen van de opgevangen families. Ondanks het zeer strenge verbod om niet te koken op de kamers, waren de moeders vindingrijk en werd er gekookt op omgekeerde strijkijzers. Bij controle door de pensionbeheerder bleek inderdaad niemand een kookplaat te hebben, maar soms wel twee strijkijzers. 

In huize Maas, vlakbij het pension, werden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd met muziek (Indo Rock), dans en natuurlijk Indische hapjes, die vader Jan Simon altijd mee organiseerde. Huize Maas was eigenlijk niet zo blij met deze maandelijkse activiteit: er werd nauwelijks bier en sterke drank gedronken en de bitterballen en kroketten kwamen ook de keuken niet uit. 

Leven na De Waard

Na negen maanden in het pension kreeg het gezin een woning toegewezen in de nieuwe wijk Kostverloren in Groningen. In het portiek van de flat met drie woonlagen kwamen ze op de onderste etage te wonen. Op dezelfde woonlaag woonde een ander Nederlands-Indisch gezin en op de 2de en 3de woonlaag woonden Nederlandse gezinnen. 



De geschiedenis van De Waard

Het prachtige pand aan de Brugstraat 7 is gebouwd in 1904-1905 in opdracht van textielhandelaar L. de Vries Hzn. naar ontwerp van de Groninger architecten K. & G. Hoekzema in Jugendstil-stijl. De onderste verdieping heeft altijd dienst gedaan als kledingmagazijn, eerst van De Vries Hzn. zelf, vanaf halverwege de jaren ‘50 van de familie Zwartsenberg uit Groningen. De bovenverdiepingen hebben tot 1919 als woning gediend voor familie de Vries, waarna het nooit meer door één familie bewoond is geweest. Jarenlang heeft het als pension gediend, in beheer van de familie Zwaneman. In 1975 vestigde de sociale academie Aska zich op de eerste en tweede verdieping. Daarna is het pand gekraakt geweest, waardoor veel van de oorspronkelijke elementen binnenin het huis verloren zijn gegaan. Inmiddels worden de bovenverdiepingen gebruikt als kantoor door verschillende bedrijven waaronder het Coachhuis, die het pand van binnen zoveel mogelijk weer in ere hebben hersteld.