Op de foto: Huize Ria te Parallelweg 7 in Hoogezand. Bron: Archief Midden-Groningen.
Eri Dibbets herinnert zich: "Op 3 december 1957 zijn we met de MS Oranje vanuit de haven Tandjong Priok in Jakarta vertrokken, en op 24 december 1957 kwamen we aan op de Javakade in Amsterdam. Op de kade werden we verwelkomd door de twee broers van mijn vader, de vrouw van de oudste broer en een goede vriend van mijn vader. Op 28 december 1957 zijn we in Nederland ingeschreven. Waarschijnlijk in de toenmalige Gemeente Hoogezand-Sappemeer."
"Van mijn tijd in Indonesië en de overtocht kan ik mij niets herinneren. De herinneringen bestaan uit foto’s die op het dek van het schip en op de Javakade zijn genomen, en de paperassen die ik van mijn ouders heb." Een van de weinige herinneringen is aan enkele medebewoners. Eri vertelt: "Het gezin Oey had destijds twee zonen (Max en Maurits) en werd ongeveer twee maanden na ons opgenomen in Huize Ria."
Max Oey kwam in februari 1958 naar Nederland. Max weet nog hoe het was om in Huize Ria te slapen: "In het pension te Hoogezand herinner ik me dat we op een zolder met z’n allen sliepen/woonden en dat ik het ’s avonds erg koud had en tussen mijn ouders kroop om te slapen. Maurits lag daar ook al, hij was 1 jaar, ik was net vier."
Max en Eri hebben samen voor Huizen van Aankomst herinneringen opgehaald uit hun gezamenlijke periode. Ze speelden regelmatig samen en keken op woensdag samen televisie, met name 'De Avonturen van Okkie Trooy'.
Ondanks dat Max jong was toen hij aankwam, kan hij zich nog het volgende herinneren: "Ik kan nog wel zeggen dat we, mijn ouders dan, direct vanaf het begin niet zijn gaan samenklonteren met andere Indo’s. Mijn ouders stonden direct op het standpunt: 'We zijn nu in Nederland en gaan ons maximaal inburgeren'. Dus direct Nederlands leren en integreren. Ikzelf sprak natuurlijk Maleis en misschien nog wat dialect en misschien ook een beetje Nederlands, maar ik kan me niet herinneren ooit nog Maleis te hebben gesproken. Mijn Indische achtergrond en de cultuur is bij mij verdwenen." Eri herinnert zich ook dat zijn ouders wilden integreren: “Ook wij zijn Nederlands opgevoed. Thuis werd er geen Maleis gesproken in het bijzijn van de kinderen.”
Na Huize Ria verhuisden zowel de familie Dibbets als de familie Oey naar een flat in Hoogezand, waar ze jarenlang (toevallig) buren zijn geweest en zo altijd contact hebben gehouden.
Huize Ria werd in 1916 gebouwd als woonhuis voor Jans Hommes, directeur van het zeer bekend instituut Hommes. In 1928 werd het pand verkocht aan de familie Fikkers-Bijholt, die het tot 1970 in haar bezit heeft gehad. In die periode is het pand rond 1940 verbouwd om er een dubbel woonhuis van te maken.
Vanaf omstreeks 1953 fungeerde het pand als pension, en van 1955 tot ongeveer 1958 als contractpension. In die tijd was de hoofdbewoner en mogelijk pensionhouder van het pand de familie de Wit. Het pand is omstreeks 1989 afgebrand, waarna er op het vervolgens jarenlang braakliggende terrein uiteindelijk een appartementencomplex is gebouwd.