Kamp Blerick

Kamp Blerick in Venlo

In 1953 kwamen de eerste Molukse families wonen op Kamp Blerick. Het waren KNIL-militairen die met hun gezinnen hier gehuisvest waren. In eerste instantie was het de bedoeling dat het barakkenkamp fungeerde als een tijdelijke opvang. De gezinnen gingen er vanuit om weer terug te keren. Toen bleek dat dit niet mogelijk meer was, verhuisden de meesten in 1967 naar een nieuwe wijk in Venlo, namelijk Hagershof-Oost. Niet veel later, werden de barakken afgebroken. 


Het verhaal van Max Hattu 

Max Hattu, een bekende naam in de Molukse gemeenschap in Venlo, is geboren in Kamp Blerick in Venlo in 1953. De familie Hattu arriveerde in de lente van 1951 in Amsterdam met het transportschip de Asturias. Na een tijdje in Tiel te hebben gewoond moest de familie naar een woonoord in het zuiden van het land. Zijn familie was een van de eerste Molukse gezinnen die in Kamp Blerick woonden. Deze gezinnen werden ondergebracht in speciale woonbarakken voor de kazerne.


Op de plek waar zijn broers en andere kinderen toentertijd in het kamp voetbal speelden deelt Max zijn verhaal met ons. Dit filmpje vertelt dus het verhaal van aankomst van zijn familie en andere Molukse gezinnen in de stad waar ze uiteindelijk voor altijd blijven.


Verhuizing de Zwanenstraat en Albatrosstraat

Na meer dan een decennia in een Kamp te hebben gewoond besloot Gemeente Venlo om de Molukkers van een woonoord naar een woonwijk te verplaatsen. Eind jaren zestig kregen de Molukse gezinnen nieuwe woningen in Venlo Zuid. Zevenentwintig gezinnen en vijf alleenstaanden verhuisden naar twee woonblokken in de Zwanenstraat en in de Albatrosstraat. Tot op de dag van vandaag wonen er in deze twee straten nog redelijk veel Molukse gezinnen.

De tegenslagen die hij heeft meegemaakt maken hem tot de man die hij is vandaag. Max is bekend als de Molukse Oom van de derde generatie. Hij helpt de jongeren in zijn omgeving via de stichting die hij al jaren steunt. “Vergeet niet waar je vandaan komt” is de boodschap die hij aan de volgende generatie wil doorgeven. Trots zijn op je eigen identiteit en koesteren wat je hebt. Hij vergeet in ieder geval niet waar hij vandaan komt, voornamelijk wanneer hij de geur van zijn cengkehboot (kruidnagelboot) ruikt. Het doet hem denken aan de geur van Ambon. De geur van de specerijen in de keuken van zijn moeder. De geur van thuis.