Pelita woningen - Deventer

Je oog moet er bij toeval op vallen, anders mis je het. In de Erasmusstraat staan tien bijzondere huizen. Ze hebben allemaal een roodbruine gevelsteen boven de voordeur met daarop afgebeeld een Indisch olielampje, een pelita, het symbool voor zorg en aandacht. Deventer kent tien ‘pelitahuizen’. 

In Deventer werden de repatrianten, evacués, vluchtelingen, spijtoptanten (‘warga negara’s’) en ex-KNIL-militairen uit Indonesië op verschillende plaatsen opgevangen. Sommigen vonden een plekje bij familieleden en kennissen of vonden zelfstandig woonruimte. Anderen kregen een eerste opvangplek toegewezen in hotel De Engel of De Moriaan op het Grote Kerkhof. In Musis Sacrum op de Hoven werden Ambonezen opgevangen.  

De opvang van zoveel duizenden mensen ging niet zonder slag of stoot. Eén van de eerste repatrianten was de oorlogsweduwe Justina Eckenhausen-Tetzner. Zij trok zich de ellende van de repatrianten aan en richtte in 1947 Stichting Pelita op, met als doel ‘de leniging van de zedelijke, maatschappelijke en stoffelijke noden van personen die het slachtoffer zijn geworden van de oorlog met Japan’. 

Stichting Pelita verleent op verschillende terreinen hulp. In eerste instantie ging de ‘gerepatrieerdenzorg’ over praktische zaken: het verschaffen van kleding, wat geld, een extra voedselpakket en hulp bij het vinden van onderdak. Later ging het ook om hulp bij het invullen van formulieren voor het aanvragen van uitkeringen, het organiseren van gespreksgroepen, et cetera. Anno 2020 bestaat Stichting Pelita nog steeds. Nu organiseert Pelita begeleiding en scholing, verwijst ze mensen door naar maatschappelijk werk en organiseert en faciliteert ze verschillende sociale en culturele activiteiten. 

Pelitahuizen

De huisvesting had bij de gerepatrieerdenzorg hoge prioriteit. De stichting bouwde uit eigen middelen in zo’n 25 gemeenten zelf een kleine 600 woningen en flats. In 1949 werden ook aan de Erasmusstraat in Deventer tien eengezinswoningen gebouwd, vier ten zuiden en zes ten noorden van de kruising met de Arnold Moonenstraat. Het ging om acht eengezinswoningen en twee duplexwoningen. 

Pelita stelde in 1950 de huizen in de Erasmusstraat beschikbaar aan gerepatrieerden. Eén van de gelukkigen was mevrouw Aukje De Boer-De Jong met haar kinderen. Ze betrokken het huis op nummer 28.  De ‘roots’ van mevrouw De Boer liggen in Friesland. Haar man was adjudant bij de marine als ze in 1936 samen verhuizen vanuit de marinestad Den Helder naar Surabaya op Java. In het gezin worden één zoon en vier dochters geboren. 

Na een zware tijd in een Japans kamp waar een van de dochters kwam te overlijden, reisde moeder met haar overgebleven vier kinderen via Australië, in de zomer van 1946 naar Nederland. Het gezin vond in Sneek bij verschillende familieleden tijdelijk onderdak. Definitieve huisvesting werd uiteindelijk gevonden met hulp van Stichting Pelita. Aukje kon uit verschillende plaatsen kiezen, waar woningen beschikbaar waren. Met een van haar dochters reisde moeder af naar Deventer om het vrijgekomen Pelitahuis in de Erasmusstraat 28 te bekijken. Het huis was zeer naar haar zin. Met name het uitzicht vanuit de tuin op de bomen van het Nieuwe Plantsoen is bijzonder. 

 

  • Ten Holder, M. (red) (2013). Hart van de Zwolseweg 100 jaar: 31 augustus 1913-2012. Twello: Robine.
  • Tinnemans, W. (1997). Indisch Licht. Een halve eeuw steun aan oorlogsgetroffenen uit Indië. Den Haag: Stichting Tong Tong.
  • Vermeulen, E. (2017). Pelita: een tropisch olielampje en het verdriet van Indië in naoorlogs Baarn. Deel 1 en deel 2. PelitaNieuws, oktober 2017 en december 2017.