Pension Bos- en Heidepark, Nieuw-Wildenburg en ‘t Centrum

Foto header: Langelaar

Geschreven door Hans van Capellen 

In Leersum werden de repatrianten opgevangen vanaf 1951 tot 1964. De evacués bestonden voornamelijk uit Indische Nederlanders, Nederlanders (Totoks) en Molukkers. Het waren overwegend gezinnen waar (meestal) de vader werkzaam was als ambtenaar van het gouvernement, militair, politieman, ondernemer of werknemer van Nederlandse ondernemingen. Ook in Leersum bestond de grootste groep repatrianten uit Indische Nederlanders. Daarnaast werden hier ook kleine aantallen Totoks, Molukkers en Papoea’s opgevangen. Dat er relatief weinig Nederlanders/Totoks werden ondergebracht, kwam waarschijnlijk omdat de meesten al voor 1951 waren teruggekeerd. 

De komst van de repatrianten betekende vooral een economisch impuls voor het dorp. Behalve werkgelegenheid bij de contractpensions betekende dit ook behoorlijk wat meer omzet voor de middenstanders. Bakkers, slagers, groenteboeren en melkboeren leverden direct aan de contractpensions. Daardoor kwamen de repatrianten ook weinig in de winkels, waardoor contacten met de lokale bewoners beperkt werden. Ook de wat geïsoleerde ligging van sommige contractpensions heeft niet bijgedragen aan ontmoetingen met dorpsbewoners. Er bestond ook een zekere schroom van de zijde van de repatrianten. Niet in de laatste plaats door taal- en cultuurverschillen, maar ook omdat velen hun verdriet en trauma’s nog moesten verwerken.

Bos- en Heidepark

Geschreven door Hans van Capellen

 Deze locatie werd in 1951 in gebruik genomen als opvangcentrum. Dit fabrieksterrein met fabrieksgebouw en opstallen werd aangekocht door de familie Zandvliet uit Rotterdam. Het was hun bedoeling om daar een soort vakantie- en recreatieverblijf te beginnen. Vanuit de Rijksoverheid kwam het verzoek of er niet (tijdelijk) een contractpension kon worden gerealiseerd en zo ontstond contractpension Bos- en Heidepark. Na de noodzakelijke verbouwingen werd in datzelfde jaar reeds de eerste repatrianten verwelkomd. In het begin bestond de behuizing voornamelijk uit het verbouwde fabrieksgebouw en houten barakken. Zo werd het mogelijk om zo’n 150 mensen tegelijkertijd daar op te vangen. De barakken zijn omstreeks 1957 vervangen door een stenen gebouw.

Bos-en Heidepark, onder het oude gedeelte met rechts het oude fabrieksgebouw. Boven het nieuwe gedeelte. Het hoofdgebouw bestond uit een lange gang met aan weerszijden kamers voor de bewoners. Er waren gemeenschappelijke douches en toiletten. Aan het einde van de gang was er een eetzaal/kantine met een klein winkeltje. 

Door de afname van het aantal repatrianten stopte Bos- en Heidepark in 1960 als contractpension, maar op verzoek van de Rijksoverheid werd het een opvangtehuis c.q. verzorgingstehuis voor Indische Nederlanders met enige vorm van handicap. De naam werd veranderd in Tamarinde. In 2010 werden alle gebouwen gesloopt.

Nieuw-Wildenburg

Dit was een vakantiepark met een twintigtal houten “zomerhuisjes”, ruim 3 km van Leersum. De huisjes werden in 1957-1958 vervangen door karakteristieke identieke witte stenen huisjes met een rieten dak. In 1958 werd Nieuw- Wildenburg in gebruik genomen als opvanglocatie voor repatrianten. In de bijbehorende voormalige boerderij was er een kantine en een klein winkeltje. De huisjes waren te klein voor grote gezinnen. Boven de kantine werden daarom slaapplaatsen gecreëerd waar grotere jongens uit de grote gezinnen konden slapen. Het waren zomerhuisjes dus moeilijk te verwarmen in winterse perioden. Zeker voor mensen die net uit de tropen kwamen. Daartegenover was er veel ruimte in het park, waardoor er veel privacy was. Dit was meestal juist een grote klacht bij veel andere contractpensions. Kinderen konden volop spelen op het grasveld en in de bosrijke omgeving.

Door de afgelegen ligging t.o.v. van Leersum, werd een oud VW-busje aangeschaft dat een pendeldienst onderhield naar Leersum. De chauffeurs waren vrijwilligers die op Nieuw-Wildenburg woonden. 

In 1960 vertrok de laatste familie, de familie De Vendt, uit Nieuw-Wildenburg zodat er een einde kwam aan de functie als opvangcentrum voor gerepatrieerden. In die twee jaren zijn 45 gezinnen, met in totaal 217 mensen in Nieuw-Wildenburg opgevangen.

't Centrum

Dit was een klein pensionnetje in het dorp. In het pand is nu het Chinese restaurant gevestigd. Het was oorspronkelijk een pension annex café. 

Later werd het een Hotel- Pension met een bioscoop in een gebouw erachter. Achter het pension waren er een vier houten huisjes die ook werden gebruikt door repatrianten. Al met al konden er diverse gezinnen in dit pension opgevangen worden. De eerste repatrianten, de familie Fels uit Jakarta, bestaande uit vader, moeder, een zoon en twee dochters, arriveerden in maart 1955. Volgens de zoon was het toen vreselijk koud. Tot ongeveer 1964 werden er repatrianten gehuisvest.