Seinpostduin - Scheveningen

Foto's Haags Gemeentearchief

Het verhaal van S. Begemann

De Heer S. Begemann vertrok eind april 1957 met het gezin, vader, moeder en 3 kinderen, uit Indonesië. "Eind mei kwamen zij aan in Nederland. We zouden eigenlijk eerder arriveren, maar de Suez crisis speelde op dat moment. We kwamen aan in Rotterdam. De bootreis was heel spannend. Als kind vertrouwde ik volledig op mijn ouders. Ik dacht: 'nou het zal wel goedkomen'. Pa en Ma waren zo negatief over Indonesië op het einde. Je werd destijds zo bang gemaakt voor het volk en de roversbendes. Je werd echt aangevallen daar. Het was niet veilig."

"Ik kan me herinneren dat we naar een loods werden gebracht en dat mijn hele familie daar ook stond om ons op te vangen. Daarna werden we in een bus gezet. En die bus dropte verschillende gezinnen op verschillende plekken. Die bus bracht ons naar Scheveningen. Onze bagage arriveerde een dag later."

"In Seinpostduin kreeg je één kamer voor vier personen en in die kamer stonden vier bedden. Later kregen we een kamer aan de achterkant met een aparte serre. Ik vond het erg rumoerig. Er was weinig contact met overige bewoners. Er werd wel voor je gekookt, alle maaltijden werden verzorgd. In mijn optiek kregen we iedere zondag bloemkool. Dat vond mijn moeder zo smerig dat ze iedere zondag, nadat we terugkwamen uit de kerk, eten ging halen bij de Chinees (loempia, rijst, iets chinees)."

"Ik herinner me goed dat we iedere ochtend het ontbijt moesten ophalen. Daar zaten dan allemaal dingen op die ik niet kende, gekleurde muisjes bijvoorbeeld! Ik herinner me ook nog de eerste keer dat ik een tram zag. Het leuke aan Seinpostduin was dat het strand vlakbij was. Anders zat je daar maar in je kamertje."

Over de schooltijd herinnert de heer Begemann zich nog het volgende: "Miep, mijn zus, werd wel redelijk gediscrimineerd. Ik vond het in ieder geval een heel vervelende school. Ze hebben ons over laten gaan naar de tweede, ondanks dat we een volle maand school hadden gemist door de overtocht. De vrijheid die we gewend waren in Jakarta was niet zoals in Nederland. We hadden zo’n vrije jeugd daar. Alle vrienden die ik had, zijn weggevallen toen we in Nederland aankwamen "

Het verhaal van Fien Berger

Fien Berger kwam een jaar later aan in Seinpostduin. Ook zij en haar familie kwamen aan in Rotterdam en werden met een bus vervoerd naar hun volgende bestemming. Fien vertelt: "Het sneeuwde, iets wat ik nog nooit had gezien als kind van 5 1/2 jaar. Hierna werden wij vervoerd naar Scheveningen, naar contractpension Crescendo 1 op de Seinpostduin. Omdat het pension vol was, werden wij (vader, moeder en 2 kinderen) weggestopt in de kelder. Het was daar erg koud en gehorig. Je hoorde de mensen lopen. Je kon via een raam naar buiten kijken. Je zag alleen maar benen van voorbijgangers die op de Seinpostduin liepen." 

Na een maand of twee kwam er een kamer vrij op de tweede verdieping. Mijn vader hield voet bij stuk door te stellen dat hij nu recht had op deze kamer. Na veel soebatten heeft hij de kamer gekregen."

Zoals velen, weet Fien veel te vertellen over het eten: 'Het was niet te pruimen'. "Glazige aardappels. Alleen op zondag kreeg je daarbij groenten uit blik, zoals doperwten met een dikke plak ham of boterhamworst. Voor het ontbijt kreeg je op zondag naast brood en warme melk en een eitje erbij. Mijn moeder ging ten einde raad maar zelf eten koken, hoewel dat ten strengste verboden was."